Klimgordel

Klimgordel

De klimgordel is een basisonderdeel van sportklimmers, alpinisten en toerskiërs. Het is erg prettig om je eigen gordel te hebben, zodat je altijd een goed passend model hebt en je ook zijn geschiedenis kent en weet wanneer hij aan vervanging toe is.

Om tot een keuze voor de perfecte gordel voor jou te komen is, zoals altijd, de meest prangende vraag: ‘Wat wil je ermee gaan doen?’. Een sportklimmer in een klimhal stelt andere eisen dan een toerskiër, om maar wat te noemen. Om te beginnen moeten alle klimgordels voorzien zijn van het EN 12277 keurmerk. Aanvullend daarop kan een gordel ook nog voldoen aan de UIAA 105 norm van de Alpenverenigingen, waarbij de gordel ook nog op andere manieren getest wordt dan is voorgeschreven voor de EN norm. Daarnaast is de pasvorm belangrijk, zeker voor mensen die relatief veel tijd in hun gordel hangen (zoals bijvoorbeeld sportklimmers). Er zijn heren- en vrouwenmodellen, maar sommige vrouwen passen toch beter in een herengordel. Passen is dus cruciaal! Daarom kun je bij Outdoor XL niet alleen alle gordels passen, maar er ook aan een touw in hangen. Zo weet je heel zeker of de gordel bij jou past. We hebben overigens ook speciale gordel(tjes) voor kinderen.

Tip: klimgordels hebben een maximale levensduur en deze wordt door de fabrikant aangegeven bij de productinformatie. Die maximale levensduur is onafhankelijk van het gebruik!

Verschillen

Waarin verschillen klimgordels van elkaar? Een klimgordel heeft een beperkt aantal onderdelen en we kijken eerst naar de verschillen daarin, alvorens te kijken welke eigenschappen belangrijk zijn voor welke toepassing.

Polstering

De heupband en beenlussen hebben veel of weinig polstering. De polstering moet ervoor zorgen dat je comfortabel in de gordel kunt hangen, zonder dat je bloedtoevoer wordt afgesneden, dan wel dat er knelpunten bij benen of rug ontstaan. Soms is de heupband aan de achterkant extra breed om de rug beter te ondersteunen.

Beenlussen

De beenlussen zijn al dan niet verstelbaar. Verstelbare beenlussen zijn vrijwel onvermijdelijk voor mensen die de gordel voor verschillende disciplines (bijv. sport- en ijsklimmen) willen gebruiken waarbij je niet hetzelfde aantal kledinglagen draagt. Met verstelbare beenlussen kun je dezelfde gordel gebruiken over een legging en over een Gore-Tex broek met een warme fleece-broek daaronder. Tegenover de verstelbare beenlussen staan de elastische beenlussen. Om zo’n gordel aan te doen hoef je alleen de heupgordel maar aan te trekken. Heupgordels met elastische lussen zijn lichter in gewicht en geven wat meer bewegingsvrijheid; vaak voelen ze dan ook wat comfortabeler aan.

Heupgordel

Naast de hoeveelheid polstering onderscheiden heupgordels zich ook doordat ze één of twee gespen hebben. Het voordeel van twee gespen is dat de gordel altijd perfect gecentreerd komt te zitten (dus met de zekeringslus precies middenvoor). Bij gordels met een enkele gesp moet je altijd een beetje schuiven met de heupband tot hij op de goede plek zit. Dubbele gespen is natuurlijk wel zwaarder in gewicht dan een enkele.

Materiaallussen

Een klimgordel is altijd voorzien van materiaallussen. Meestal tussen de twee en vijf stuks. Hieraan hang je bijvoorbeeld carabiners, klimsetjes, ijsschroeven, prusiktouwtjes, enzovoorts. Sommige gordels hebben daarnaast een voorziening om een Caritool van Petzl of Iceclipper van Black Diamond te bevestigen. Deze zijn bedoeld voor het makkelijk toegankelijk maken van ijsschroeven, zonder dat je aan iedere ijsschroef een carabiner hoeft te bevestigen (die carabiner moet je meestal eerst weer verwijderen om de ijsschroef goed in te kunnen draaien).

TIP: een Caritool of Iceclipper kan ook erg handig zijn om bandlussen en prusiktouwtjes aan te hangen op de gletsjer!

Pakmaat

Klimgordels met veel polstering zijn fijn om in te hangen, maar het zijn al snel flinke pakketten in je rugzak. Dat is voor alpiene ondernemingen/tochten niet praktisch: je moet immers al zoveel materiaal en kleding in je rugzak meesjouwen. Klimgordels met weinig of geen polstering nemen veel minder ruimte in en zijn ook lichter in gewicht.

Nu we een goed overzicht hebben van wat de verschillen zijn tussen klimgordels, kunnen we kijken welke soort voor welke toepassing het best geschikt is. Nogmaals: pasvorm is heel belangrijk, zeker voor sportklimmers die relatief veel in hun gordel hangen. Dus kom vooral ‘proefhangen’ in Barendrecht!

Klimmen in een klimhal

Klimmers in de klimhal zijn gebaat bij een goed zittende en ruim gepolsterde gordel. Veel materiaallussen heb je niet nodig. Elastische beenlussen liggen voor de hand, maar persoonlijke voorkeur speelt natuurlijk altijd een rol. Datzelfde geldt voor een dubbele sluiting op de heupband: het werkt erg prettig en goed, maar of je dat heel belangrijk vindt is aan jezelf.

Sportklimmers buiten

Sportklimmers die buiten gaan klimmen stellen min of meer dezelfde eisen aan hun gordel als de halklimmers, TOTDAT ze meerdere touw lengtes achter elkaar gaan klimmen en/of op minder goed beveiligde routes onderweg zijn (trad klimmen). Het grote verschil zit hem in de hoeveelheid klimmateriaal dat je mee moet nemen en dus het aantal materiaallussen. Zo hangen er geen setjes in de routes en moet je die dus zelf meenemen. Soms is wat extra materiaal voor op de standplaats handig (bijv. een (dual ) Connect van Petzl, schroefcarabiners, etc). In veel klimhallen kun je overigens al wel oefenen met voorklimmen in routes zonder setjes. Voor trad klimmen heb je behalve klimsetjes, materiaal voor op de standplaats ook bandschlinges en nuts, friends en dergelijke voor het afzekeren van de route nodig. Als je lang moet lopen naar de klimroutes kan een kleiner pakvolume (en dus minder polstering) ook een aspect zijn. Bij trad klimmen hang je over het algemeen ook veel minder in je gordel dan bij het pure sportklimmen in perfect afgezekerde routes.

IJsklimmen

Bij het ijsklimmen neem je ook flink wat materiaal mee. IJsschroeven, bandschlinges, carabiners en klimsetjes om maar wat te noemen. Een voorziening op de gordel om een Caritool/Iceclipper goed mee te bevestigen is erg prettig, maar is ook een kwestie van persoonlijke voorkeur. Bij het IJsklimmen hang je minder in je gordel dan bij het sportklimmen en dus kun je met iets minder polstering genoegen nemen. Verstelbare beenlussen zijn wel handig omdat je veel kleding aan hebt en een gordel met elastische beenlussen niet praktisch is om over een Gore-Tex aan te trekken.

Alpinisme

Voor vormen van alpinisme waarbij rots-passages beklommen worden en er een kans op een voorklimmersval bestaat, is een volwaardige klimgordel verstandig. Omdat er normaal gesproken echter niet in de gordel wordt gehangen kan een lichte polstering volstaan. Dat is ook wel zo prettig met het oog op de pakmaat en het gewicht. Een flink aantal materiaallussen kan, afhankelijk van de beoogde tocht/beklimming, goed van pas komen.

Toerskiën en gletsjertochten

Voor toerski- en gletsjertochten en expeditie klimmen zijn er speciale (ultra) lichtgewicht klimgordels beschikbaar. De pakmaat van deze gordels is ook bijzonder klein. Het grote voordeel van dit type gordel is dat de beenlussen door middel van een kliksluiting eenvoudig geopend kunnen worden. Daardoor kun je de gordel ook makkelijk aantrekken terwijl je op ski’s of stijgijzers staat. Een aantal modellen heeft een voorziening voor een Petzl Caritool, dan wel een Black Diamond Iceclipper en op veel beenlussen zitten extra lusjes om ijsschroeven te fixeren tijdens met name het skiën: zo beschadigt je broek niet onnodig. Deze gordels zijn niet comfortabel om in te hangen (ze hebben nauwelijks of geen polstering) en zijn niet bedoeld om moeilijke beklimmingen in rots mee te maken.

Klettersteig

Voor Klettersteig (of ‘Via Ferrata’) kun je dezelfde gordel gebruiken als bij sportklimmen of alpinisme. Je hebt nauwelijks materiaallussen nodig. Je kunt overwegen om te kiezen voor veel polstering omdat een eventuele val (gelukkig onwaarschijnlijk) heel heftig is. Elastische beenlussen zijn comfortabel, maar weer minder handig als je in verschillende jaargetijden wilt Klettersteigen in verband met de verschillende dikte van je kleding waarmee je dan te maken hebt.