BE - Vlaams EUR
Je winkelwagen ×
Je hebt geen artikelen in je winkelwagen.

Onderkleding

Onderkleding Scroll

Het drielagensyteem

Om je adequaat tegen de elementen in koude omstandigheden te kleden, terwijl je een sport uitoefent, is het principe van het drielagensysteem ideaal. Het drielagensysteem beschrijft drie soorten kleding die over elkaar gedragen moeten worden.

De eerste, vochtregulerende, laag wordt direct op de huid gedragen. De kleding uit deze laag heeft als taak om overtollig vocht zo snel mogelijk van het lichaam weg te voeren. Dit is enerzijds bijzonder belangrijk omdat vocht warmte beter geleidt dan lucht en anderzijds omdat het vocht wil verdampen in de droge berglucht. Voor die verdamping is energie (warmte) nodig en die wordt aan het lichaam onttrokken. Vocht op de huid is in koude omstandigheden dus uit den boze. Katoen zit heerlijk, maar voldoet hier absoluut niet. Het heeft de neiging om vocht vast te houden en voelt ijskoud aan als het eenmaal nat is. Moderne kuststoffen voldoen hier veel beter: ze voeren vocht heel efficiënt af en dat merk je onder andere aan het feit dat deze kleding heel snel weer droog nadat je gezweet hebt. Toch vindt iedereen dat katoen juist lekker zit. Dit komt doordat de haren van het katoen loodrecht op de huid staan. De fabrikanten van kunststoffen hebben jarenlang keihard gewerkt om hetzelfde effect te verkrijgen door hun kleding op speciale manieren te scheren en het lukt tegenwoordig heel goed effect te imiteren. Het heeft dan bijvoorbeeld de term ‘brushed’ in de beschrijving van de stof staan.

Merinowol

Steeds populairder wordt onderkleding van merinowol, want dat combineert de eigenschappen van kunststof en katoen: het isoleert als het nat is en voelt net zo prettig aan als katoen. Bovendien gaat Merino niet stinken omdat het een structuur heeft waaraan bacteriën zich heel moeilijk kunnen hechten. Kunststoffen worden behandeld met een anti-bacterieel goedje om geurtjes te voorkomen. Maar om dat goed te doen is niet eenvoudig en grofweg kun je dus zeggen dat goedkope kunststof onderkleding meestal sneller gaat ruiken dan de duurdere varianten.

Pasvorm onderkleding

Goed werkende onderkleding die snel vocht afvoert is belangrijk omdat een falende onderlaag ook de effectiviteit van de daar overheen zittende isolerende laag negatief beïnvloedt. Als je dus een katoenen T-shirt onder een goede fleece trui draagt, dan profiteer je veel minder van het comfort dat het fleece kan bieden.

Technische onderkleding moet vrij nauw op het lichaam aansluiten om maximaal effect te hebben. Lees dus goed de maatbeschrijving van de fabrikant en meet je eigen beenlengte, heupomvang e.d. op. Of pas de kleding als dat mogelijk/toegestaan is.

Wil je écht alles weten over onderkleding?

Lees dan lekker verder! Dan vertellen we je over het hoe en waarom van afkoeling. Er zijn drie ‘systemen’ die er voor zorgen dat je lichaam afkoelt in een koude omgeving.

Conductie

Conductie is de overdracht van warmte van de ene stof naar de andere. In ons geval van de huid aan de lucht. Zowel lucht als huid zijn slechte geleiders van warmte in vergelijking met bijvoorbeeld glas of koper. Een dikke huid geleidt slechter dan een dunne en ook een vetlaag(je) helpt. Daarom liggen onze vetreserves ook direct onder de huid! Verder is het verschil in temperatuur tussen het lichaam en de buitenlucht van doorslaggevend belang: des te groter het verschil is, des te sneller verlies je warmte. Het lichaam heeft hierop een fraaie aanpassing verzonnen. Het kan de huid kouder laten worden dan de ‘kerntemperatuur’ (zeg maar de temperatuur van de vitale organen), waardoor dit proces wordt afgeremd. Je kent het wel: iemands huid voelt dan 'koud' aan.

Hoewel zowel huid als lucht slechte geleiders zijn kunnen we, door het grote oppervlak van de huid en het feit dat eenmaal opgewarmde lucht buiten het lichaam zelden op zijn plaats blijft, via 'conductie' toch veel warmte verliezen.

Om de effecten van conductie tegen te gaan moeten we zorgen dat het lichaam droog blijft (vocht geleidt warmte namelijk veel beter dan lucht) en dat de eerste lagen kleding warmte niet of nauwelijks geleiden. Kunststoffen geleiden bijna geen warmte en voelen ook altijd 'warm' aan. Pak maar eens een katoenen en een kunststof T-shirt beet die een nachtje op het balkon in je wintersportbestemming hebben gelegen!

Convectie

Convectie is de neiging van de warme delen in een materie om op te stijgen. Warme lucht stijgt bijvoorbeeld op, evenals warm water. Convectie treedt alleen op als het warme gedeelte van de materie onder het koude zit. Als ons lichaam dus een klein laagje lucht direct naast het lichaam heeft verwarmd, zal dit opstijgen door de koudere lucht erboven. Wind verergert dit effect nog eens. Het blaast eventueel opgewarmde lucht voortdurend weg en vervangt het door 'verse', koude lucht. Dit valt onder het begrip 'windchill'. Om deze effecten tegen te gaan moet de lucht 'gevangen' worden. Schapen en hun wol zijn een goed voorbeeld. In de krullige wol van het schaap wordt (veel) lucht gevangen gehouden. De lucht kan zich nauwelijks verplaatsen en dus treedt geen warmteverlies door convectie op. Van conductie hebben de schapen echter ook geen last omdat zowel wol als lucht slechte warmtegeleiders zijn. Des te meer lucht een zo klein mogelijk volume van een stof 'gevangen' kan houden des te minder warmteverlies zal optreden. Dons, vacht (van dieren) en een aantal kunststofweefsels zijn de top. Convectie verklaart ook waarom een winddichte shell toch 'warm' voelt en ‘isoleert’.

Straling

De laatste bron van warmteverlies (en -winst in dit geval) is straling. Zoals altijd vindt ook hier het warmtetransport plaats van het warme lichaam naar het koudere. Straling is een bijzonder krachtig mechanisme. Veel krachtiger dan convectie en conductie. Het lichaam ontvangt warmte door straling (bijvoorbeeld van de zon), maar het straalt zelf ook voortdurend warmte uit. Als de zon schijnt koelen we niet of nauwelijks af, omdat er meer warmte naar het lichaam wordt gestraald dan andersom. Maar als het donker koelen we heel snel af snel we dan alleen nog maar warmte uitstralen en er geen warmte meer ‘instraalt’.

Straling neem je ook waar als je naast een koud of warm voorwerp gaat staan, zonder dat er wind is. Het is de 'koude' of 'warmte' die je dan voelt. Kleuren spelen hierbij een belangrijke rol. Donkere kleuren absorberen veel straling en zullen dus snel warm worden en witte kleren reflecteren straling. Een witte binnenkant in combinatie met een zwarte buitenkant van een kledingstuk is dus lekker warm! Het zwart vangt alle straling van buitenaf op en het wit reflecteert alle lichaamsstraling. Ander mogelijkheden om straling te reflecteren zijn spiegelende oppervlaktes, zoals in de bekende reddingsdekentjes. Overigens voorkomen ook structuren in bijvoorbeeld kunststof fleeces warmteverlies door straling: er is immers geen directe 'lijn' beschikbaar waarlangs de straling zijn weg kan vinden. Je warmt dan dus ook minder snel op! Op dezelfde manier heeft ook een shell hier weer zijn waarde.

Onderkleding kopen