BE - Vlaams EUR
Je winkelwagen ×
Je hebt geen artikelen in je winkelwagen.

Radius van de ski

full_width_image Scroll

Alles over de radius van ski’s

Als je een ski wilt kopen kom je allerlei termen tegen. De radius, de geometrie, de taillering, de flex om er maar een paar te noemen. Hieronder leer je alles over de radius.

Korte geschiedenis

Wat is er de laatste decennia veranderd in de bouw van de ski’s? Teveel om op te noemen! We proberen het toch. We beginnen bij de taillering. Halverwege de jaren negentig heeft de getailleerde ski (‘carveski’) zijn intrede gedaan. De ski’s werden opeens in het midden veel smaller gemaakt dan aan de voor- en achterkant (dit heet de taillering). Insiders noemden deze ontwikkeling de ‘carve-revolutie’. Het grote belang van de carve-revolutie is geweest dat het een kettingreactie aan ontwikkelingen in gang heeft gezet. Dit geldt niet alleen voor de manier waarop ski’s gebouwd worden, maar bijvoorbeeld ook voor de skitechniek. Eeen belangrijk begrip dat toen het licht zage en nog altijd een rol speelt is de radius.

Radius en taillering

Hoe groot het verschil in breedte is tussen de voor-, achterkant en het midden van de ski heet de taillering en wordt aangegeven als de radius van een ski. De radius wordt weergegeven in meters. Des te korter de radius (bijv 10 meter) des te groter het verschil in breedte en des te sterker de ‘taillering’ is. Om gebruik te maken van de radius moet je er mee carven: de ski moet ‘op zijn kant’ gezet worden en ‘snijdt’ dan door de sneeuw. Dit in tegenstelling tot rutschen waarbij de ski over sneeuw wrijft. Als een ski met een korte radius op zijn kant wordt gezet, ‘trekt’ de voorkant van de ski als het ware hard aan de ski (door het grote verschil in breedte tussen voorkant en midden ontstaat er veel ruimte voor de ski om te buigen: dat zie je aan een de ruimte die onder een ski zit als je hem haaks op de vloer zet). Sterk getailleerde ski’s (ski’s met een korte radius) sturen dus makkelijk en snel een bocht in. Ski’s met een langere radius rutschen makkelijker en zijn vaak vergevingsgezinder.

Radius en bochtgrootte

De radius van een ski heeft niet zoveel te maken met de grootte van een bocht. De skiër kan de radius van de bocht namelijk beïnvloeden door de ski meer of minder ‘op zijn kant te zetten’: te kantelen. Des te verder de ski gekanteld wordt, des te scherper wordt de bocht. De radius van de bocht kan ook beïnvloed worden door meer of minder druk op de ski uit te oefenen: des te meer druk, des te verder buigt de ski door en des te korter wordt de bocht. Tot slot kan een skiër de gesneden bocht ‘afbreken’ en de rest van de bocht slippen (rutschen), waardoor de bocht enorm verkort wordt. Als iemand je dus wijs probeert te maken dat een ski met een radius van 11 meter ‘bochten maakt met een doorsnee van 11 meter’, heeft hij of zij er niet veel van begrepen.

Als een korte radius makkelijk een bocht instuurt, waarom hebben dan niet alle ski’s een korte radius? Een korte radius heeft ook nadelen. Ski’s met een korte radius zijn bijvoorbeeld erg onrustig in verspoorde sneeuw en in het terrein. Door de brede voorkant (dus weinig druk op de sneeuw) voelen ski’s met een korte radius ook onrustig aan als ze plat liggen (bijv. in ‘schuss’). Sterk getailleerde ski’s zijn bovendien meestal korter en daardoor is het moeilijker om een goede voor-achterbalans te houden.

Elke lengte een andere radius

De radius van een ski bepaalt hoe sterk de ski een (gesneden) bocht in wil zetten.

Om het overzichtelijk te maken verandert de radius per lengte van de ski. De opgegeven radius van een ski geldt altijd voor een bepaalde lengte. Kortere lengtes hebben een kortere radius en langere lengtes een langere. Dit komt omdat de breedte van de voor- en achterkant en het midden van de ski (bijv. 125-74-110 mm) bij alle skilengtes min of meer hetzelfde is. Deze verhouding noemen we de geometrie van een ski. Sommige fabrikanten geven verschillende lengtes wel een verschillende geometrie, maar zelfs dan blijft de radius niet constant bij alle skilengtes.

De ideale radius

Men heeft lange gestoeid met de vraag hoeveel taillering zinvol en/of wenselijk was. Het goede antwoord is dat elke skicategorie ongeveer zijn eigen taillering nodig heeft. De slalomski’s zijn het meest getailleerd (rond de 11 meter) en freerideski’s het minst (rond de 22 meter of meer). De meeste sport- en comfortski’s hebben een radius rond de 15 meter, bij de allmountainski’s is dat net iets langer.

Tijdens het hoogtepunt van de ‘carve-revolutie’ was er een tendens om te streven naar de perfecte gesneden (carve)bocht. Dit idee lijkt over zijn hoogtepunt heen te zijn. Het maken van met name korte gesneden bochten belast de bovenbenen enorm en de meeste skiërs houden dat niet lang vol. Als ze het technisch überhaupt al kunnen! Daarnaast is het moeilijk om tijdens een gesneden bocht de bochtgroootte te veranderen (de ‘radiuswissel’) en dus je koers aan te passen. De oplossing: geslipte (‘gerutschte’) stuurfases!! In korte bochten zien we steeds vaker topskiërs weer grotendeels geslipte, bochten skiën. Dat hou je een stuk langer vol en is evengoed efficiënt. We zien dan ook steeds vaker ski’s met een wat langere radius op de piste, waarmee je wat makkelijker kunt wisselen tussen een gesneden en een geslipte bocht (of stuurfase).

Ski's kopen