Met ski’s omhoog lopen gaat het beste door gebruik te maken van stijgvellen, of kortweg vellen. Hoe werken ze en welke keuzes zijn er?
Vellen glijden goed naar voren en voorkomen tegelijkertijd dat de ski (tegenwoordig ook splitboard natuurlijk) naar achteren glijdt als je afzet. Een vel heeft twee zijdes: de tapijtkant, die contact maakt met de sneeuw en de ‘kleefkant’ die contact maakt met de ski en zorgt dat het vel niet van je ski valt.
Het tapijt op de stijgvellen wordt gemaakt van mohair, nylon of een combinatie van beide. Des te langer en soepeler de haren op het tapijt zijn, des te beter glijdt een vel naar voren. Des te korter en onbuigzamer de haren op het vel zijn, des te meer grip heb je en des te beter voorkomen de vellen dus het terugglijden van de ski of snowboard. Iedereen wil natuurlijk het liefst een vel dat supergoed glijdt en heel veel grip heeft, maar dat gaat dus moeilijk samen. Ervaren toerskiërs met een goede looptechniek, zoals deelnemers aan toerskiwedstrijden, leggen hun focus op het glijvermogen. Dat vinden ze bij een vel met een tapijt van 100% mohair; mohair heeft immers lange soepele haren. Onervaren en beginnende toerders leggen hun focus op grip; als je de belasting van de ski bij de afzet nog niet altijd in balans hebt, is veel grip erg prettig. Het looptempo ligt bij deze groep ook lager en de voordelen van een snel mohair tapijt komen dan niet tot zijn recht. Vellen met veel grip hebben kort geschoren nylon (polyamide) haren.
De bekende Canadese vellenfabrikant G3 heeft bijvoorbeeld speciale ‘Grip’-modellen met precies deze eigenschappen. Nylon heeft als bijkomend voordeel dat het geen water opneemt. Er zijn ook tapijten die voor een deel uit mohair en een deel uit nylon bestaan; meestal 65% mohair en 35% nylon. Zo krijg je een ‘allround’ bruikbaar vel met een redelijk goed glijvermogen en redelijk goede grip. Zoals reeds gezegd: hoe kort of lang het tapijt geschoren wordt, heeft ook invloed op grip en glijvermogen. De mix-tapijten van de verschillende merken liggen wat betreft glij- en grip-eigenschappen echter dicht bij elkaar.
Het vel moet natuurlijk goed aan de ski vast blijven zitten. Van huis uit wordt een harsachtige lijm gebruikt: internationaal wordt het aangeduid met ‘glued’ of ‘hot melt’, omdat het onder hitte wordt aangebracht. Lijm heeft de naam zeer betrouwbaar te zijn, ook bij lage temperaturen, en lang mee te gaan. Sommige fabrikanten raden nog altijd hotmelt aan voor meerdaagse toeren en de merken uit Noord Amerika maken nog steeds uitsluitend lijmvellen.
Hotmelt heeft ook een aantal nadelen. Als je een lijmvel bijvoorbeeld dubbelvouwt, dan kost het veel kracht om ze weer van elkaar te krijgen. Daarom krijg je er meestal ‘cheatsheets’ bij: een folie dat je op de lijmkant aanbrengt voordat je ze opvouwt. Een ander nadeel: als je een lijmvel met de lijmkant in steentjes of zand laat vallen, dan is het op slag onbruikbaar. De enige remedie is dan om de lijmlaag te vernieuwen; een smerig karweitje. Als je nog niet zoveel ervaring met vellen hebt en het waait tijdens het op of af doen van je vellen, dan zit een lijmvel voor je het weet aan je Gore Tex jas geplakt. Dat kan vieze vlekken maken of in het ergste geval leiden tot een lichte beschadiging.
Zeer makkelijk te hanteren zijn vellen met een kleeflaag van kunststof, meestal op basis van acrylaat of siliconen, maar opgebouwd uit verschillende lagen. Als zulke vellen in het zand vallen, kun je ze gewoon onder de kraan afspoelen. Afhankelijk van de fabrikant (en dus de mix van materialen die voor de kleefstof wordt gebruikt) kun je een zachte spons of zelfs een schuursponsje (!) gebruiken om de kleefstof weer als nieuw te maken. Je kunt de vellen tijdens een toer gewoon oprollen met de kleefstof op de tapijtkant van het vel; dan heb je een klein pakvolume en het gaat ook in slecht weer heel snel en makkelijk. Disclaimer: je moet vellen op deze manier niet langdurig bewaren! Als je dit soort vellen dubbelvouwt met kleefkant op kleefkant, dan is het kinderspel om ze weer van elkaar te trekken en je hoeft dus ook niet met cheatsheets te werken. Dit soort kleefstoffen heeft de naam minder goed te houden bij lage temperaturen en bij de eerste generaties, toen er nog veel gebruik werd gemaakt van siliconen, was dat ook zeker een thema. De moderne varianten presteren een stuk beter, zoals vorig jaar ook bleek bij een Amerikaanse test. Wat heel belangrijk is bij vellen met een kunststof kleeflaag, is dat je zowel ski als de kleeflaag goed droog maakt voordat je het vel aanbrengt. Soms leveren fabrikanten daarvoor een microvezel doekje bij het vel. De extra statische lading die het belag daardoor tegelijkertijd krijgt, kan ook zeker geen kwaad.
Een vel moet zeer precies passen onder de ski. Vuistregel is dat alleen de staalkanten vrij liggen. Wat ruimte aan de voor- en achterkant op de ski is minder belangrijk. Veel skifabrikanten leveren vellen op maat voor hun freeride- en toerski’s. Je kunt ook vellen kopen die je zelf op maat snijdt, of Outdoor XL kan dat voor je doen.