Wij houden van een zonnige dag tijdens de wintersport, maar onze ogen kunnen helaas niet zo goed tegen fel zonlicht. In de besneeuwde bergen is dat probleem groot en daarom moeten we ze goed beschermen. Met een zonnebril. Of is een skibril toch beter?
Een skibril (goggle) of een zonnebril? Wat is beter? Mode of functie? Maar eerst: Wat is het probleem eigenlijk met ogen en besneeuwde bergen? UV-straling (vooral UV-A en UV-B) kan schadelijk zijn voor huid en ogen. De UV-straling neemt met ongeveer 2-3% toe per 100 hoogtemeter(!). Los van deze vele extra straling op hoogte door de zon (de directe straling) op grotere hoogte, wordt tussen 80% en 95% van de straling door de sneeuw ook nog eens weerkaatst (de indirecte straling). De toch al verhoogde straling komt dus ook nog eens een kleine twee keer voorbij op de wintersport! Hoeveel procent er precies weerkaatst wordt, hangt af van het soort sneeuw (oud, vers, nat, etc). Teveel UV–straling kan sneeuwblindheid veroorzaken. Dat is een vorm van ontsteking van het hoornvlies (‘fotokeratitis’). Het kost je een groot deel van je wintersportvakantie, want het oog heeft na zo’n ontsteking geen zin meer in fel licht! Kijk voor alle informatie over UV straling , zonnekracht en beschermingsfactoren van lenzen op onze adviespagina over zonnebrillen.
Ieder weertype vraagt eigenlijk om een andere lens: zonnig weer om een hoge beschermingsfactor en donkerder lens en bewolkt weer om een lage beschermingsfactor en gele of oranje lens. Je kunt bij veel goggles natuurlijk van lens wisselen en dat gaat gelukkig steeds gemakkelijker. Alle grote merken hebben wel systemen waardoor dat niet meer zo’n enorm gedoe is als vroeger. Dat gaat van lenzen die met magneten bevestigd zijn, via frames die los zitten van de lens tot systemen met een draaiknop. Het is daardoor een fluitje van een cent om in de lift even snel van lens te wisselen.
Maar er bestaan ook lenzen die zich automatisch aan de omstandigheden aanpassen en dan hoef je nooit van lens te wisselen. Meer informatie daarover vind je weer op onze adviespagina over zonnebrillen.
We hebben een tijd achter de rug waarin een sferisch geslepen lens bij goggles als het beste gold. Sferisch wil zeggen dat de lens zowel horizontaal als verticaal geslepen en dus optisch zuiver is. We zien nu weer een verschuiving naar asferische lenzen, lenzen die alleen in het horizontale vlak geslepen zijn. Dus wel optisch zuiver in het perifere gebied (zeg maar in je ooghoeken), maar niet aan de onder- en bovenkant en deze lenzen zijn natuurlijk goedkoper dan sferische lenzen. Uit onderzoek weten we dat de beslissingen van sporters in flinke mate gebaseerd worden op informatie die bijna onbewust in het perifere zichtveld wordt waargenomen. Dus een groot gezichtsveld is belangrijk en daar moet je bij een goggle wel extra op letten. Daarom zijn de lenzen van de betere goggles ook zo groot, dat is zeker niet alleen vanwege het modieuze aspect.
Op het gebied van de frames zien we ook ontwikkelingen. Zo komen er steeds meer ‘frameless goggles’. Dat zijn goggles waarbij de band direct aan de lens is vastgemaakt. Daardoor krijg je een veel groter visueel veld omdat er geen frame in de weg zit en passen deze skibrillen tegelijkertijd veel beter binnen een helm. Mooi meegenomen is dat zo’n constructie vaak ook nog goedkoper is.
Het kan natuurlijk allebei, maar een zonnebril geeft wel wat meer risico. Er kan namelijk zonlicht langs de lenzen het oog bereiken. Dat is met het vele indirecte licht in de sneeuw zeker een groot thema. Door het dragen van een zonnebril worden de pupillen relatief groot en het indirecte ongefilterde licht komt dus makkelijk je ogen binnen. Gebruik je een zonnebril, dan heb je dus een model nodig waarvan de lens rond loopt en die de contouren van het gezicht zo goed mogelijk volgt. Die problemen met ‘lekkend licht’ heb je natuurlijk nooit met een goggle en dat is echt een groot voordeel. De grote vraag die overblijft is “Wat is de ideale set-up”? Wat voor bril en hoeveel lenzen heb je nodig om onder alle omstandigheden perfect uitgerust te zijn? Dit is voor iedereen een persoonlijke afweging. Sommige mensen gaan in de wintersport nauwelijks naar buiten als het slecht weer is bijvoorbeeld. Anderen zien dan hun kansen op goede sneeuw juist stijgen! De eerste categorie komt met een wat donkerdere factor 3 lens (die zich al dan niet aanpast aan het licht) een heel eind, terwijl de laatste categorie wintersporters toch vaak 2 lenzen nodig heeft: een hele lichte voor slecht weer en een donkerdere of zichzelf aanpassende lens voor mooi weer.